ARTIKEL 10

Het bepalen van een rechtzetting


Home Naar Art 1-16

  1. Het recht te bepalen welke rechtzetting moet plaatsvinden
  2. Alleen de wedstrijdleider heeft het recht te bepalen welke rechtzetting moet plaatsvinden. Spelers hebben niet het recht op eigen initiatief rechtzettingen te bepalen of daarvan af te zien (zie artikel 81C5.

  3. Het ongedaan maken van het bepalen of afzien van rechtzetting
  4. De wedstrijdleider kan elk bepalen of afzien van rechtzetting door de spelers buiten hem om, handhaven of annuleren.

  5. Keuze na een onregelmatigheid
    1. Wanneer deze spelregels een keuze openlaten na een onregelmatigheid, dient de wedstrijdleider alle keuzemogelijkheden duidelijk te maken.
    2. Indien een speler na een onregelmatigheid een keuzemogelijkheid heeft, moet hij zijn keuze maken zonder overleg met zijn partner.
    3. Wanneer deze spelregels de niet-overtredende partij een keuzemogelijkheid bieden na een door een tegenstander begane onregelmatigheid, is het correct de meest voordelige keuze te maken.
    4. Voor zover niet in strijd met artikel 16C2 mogen de overtreders na rechtzetting van hun overtreding een voor hen gunstige bieding of speelwijze kiezen, ook al lijken zij hiermee voordeel te trekken uit hun eigen overtreding (maar zie artikel 27 en artikel 72C).

.